-
1 renouveler
renouveler [rənoevlee]♦voorbeelden:renouveler ses efforts • zich opnieuw inspannenrenouveler un usage • een gebruik weer in zwang brengen2 vervangen, vernieuwd worden♦voorbeelden:3 que ça ne se renouvelle pas! • laat dat niet meer gebeuren!il ne se renouvelle pas • hij vervalt in herhalingenv1) vernieuwen2) verlengen -
2 rajeunir
rajeunir [raazĵunnier]2 z'n luister, kracht, frisheid herkrijgenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 jonger maken ⇒ verjongen, er jonger doen uitzien3 vernieuwen ⇒ aanpassen aan z'n tijd, verfrissen, moderniserenv2) verjongen3) vernieuwen -
3 moderniser
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский